DEEL 1 : Het ontstaan van België (1830 – 1848)
Na de nederlaag van Napoleon bij Waterloo in 1815 komen onze streken onder Nederlands gezag. Vlamingen en Franstaligen worden onderdanen van de Nederlandse koning Willem I.
Nadat in juli 1830 in Parijs een revolutie is uitgebroken, slaat de vlam over naar België. Na afloop van een opera (“De Stomme van Portici”) ontstaan er rellen in Brussel. Deze opstand verspreidt zich over gans België en in de nacht van 26 op 27 september 1830 blaast het Nederlandse leger de aftocht. Op 4 oktober 1830 wordt door een tijdelijke regering, het zogeheten “Voorlopig Bewind”, de onafhankelijkheid van België uitgeroepen. Een nieuwe staat is geboren.
België wordt vanaf 1830 een parlementaire constitutionele monarchie. Het parlement ( = het volk) en de monarchie (de koning) moeten samenwerken volgens de constitutionele regels ( = de grondwet).
De belangrijkste Belgische gebeurtenissen in de periode 1830 – 1848 :
• Vroeger waren de adel en de Kerk de baas en regeerde de koning als plaatsvervanger van God. Het gewone volk werkte vooral als landbouwer en had geen enkele macht. Vanaf 1800 komt de macht meer en meer in handen van de industriële burgerij = rijke mensen die profiteren van de industriële revolutie en fabrieken gaan bouwen en daardoor superrijk gaan worden. Ook de Kerk verliest vanaf 1800 macht omdat die rijke burgers zich gaan verzetten tegen de grote macht van de godsdienst.
• België wordt een liberale staat : dat betekent dat je vrij je mening mag verkondigen, dat er godsdienstvrijheid is (je hoeft zelfs niet in God te geloven), dat er democratische verkiezingen zijn (NIET iedereenD mag echter gaan stemmen. Je moet een man zijn en een hoog inkomen hebben. Daarom zijn er maar 45.000 kiezers) enzovoort. Voor alle duidelijkheid : het grootste deel van de Belgen bleef arm en dom (alleen de rijken gingen lange tijd naar school en durfden met de Kerk te lachen, de armen bleven wel braaf naar de adel en