Theorie + voorbeeld lamp 1. Kernproduct: gebaseerd op fysieke en functionele eigenschappen. Functie van het product staat voor de afnemer centraal. Voorbeeld: Verkoopt een verkoper van lampen werkelijk een lamp of toch iets anders. In de kern verkoopt een lampverkoper “sfeer”. 2. Tastbaar product: kwaliteitsniveau, vormgeving, merknaam, verpakking en typische eigenschappen. Ook wel: feitelijk product. Voorbeeld: Koop je een lamp van de Philips lighting collectie (Bekend merk, kan van kleur veranderen, bedoeld als sfeerverlichting, disignmodel) of koop je een simpele bureaulamp bij de Praxis (lamp zelf is wellicht van onbekend merk, werkt met een tl-buis, bedoeld om je bureau te verlichten, simpel model). 3. Uitgebreid product: Kernproduct plus door aanbieder toegevoegde eigenschappen. Ook wel: uitgebreide product. Voorbeeld: Mocht je een lamp van een A-merk kopen, mag je er van uit gaan, dat als er problemen optreden, je wordt geholpen en/of de lamp wordt vervangen. De demonstratie van de lamp zelf wordt wellicht niet door hetzelfde bedrijf als waar de lamp vandaan komt gegeven. Voor uitleg en dergelijke kan je bij een lampenwinkel terecht. Je kan tegenwoordig ook lampen uitzoeken via het internet. Die worden dan gewoon thuis bezorgd of je kan ze afhalen op bepaalde locaties. Ook geld voor internetaankopen dat je het product binnen een X aantal dagen kan terug sturen, mocht je er toch ontevreden over zijn.
Theorie – toepassing 1. Kernproduct: Vermaak. Barnum wilde dat zijn publiek (consument) een onvergetelijke show ervaren. Vermaak stond centraal en is wat Barnum in feite aanbood. 2. Tastbaar product: De show zelf had een hoge prijs/kwaliteit verhouding. Vele mensen met allerlei talenten waren aanwezig om een waar spektakel neer te zetten. Vele acts waren met een mysterieuze achtergrond (skelet van zeemeermin). Ook zette Barnum de media in om zijn product te promoten. Hij deed dit door advertenties