±500 v Chr
Eerste Griekse natuurfilosofen waren op zoek naar een principe dat het onstaan en bestaan van de wereld kon verklaren = oerstof. Thales: Water; verklaring ipv mythische verklaring
17de eeuw ontwikkeling moderne natuurwetenschap > bepalend voor invloed + status van westerse wetenschap. < 17e eeuw: wetenschap bepaald door christelijk geloof.
1678
Newton brengt geniaal werk over fundamenten van de natuurkunde> ERKENNING: aarde is niet het middelpunt. Na Giordano Bruno, Galileo Galilei. Beheersbaarheid vd natuurwetten.
Doel van de wetenschap: de natuur beheersbaar maken dmv een theorie waarmee nauwkeurige voorspellingen gedaan kunnen worden.
Natuurwetten: Beheersbaarheid van de natuur werd het ideaal. “Kennis is Macht” (Bacon)
1626
Francis Bacon: ‘Kennis is macht’ (Boek: het nieuwe Atlantis) een utopie waar welvaart gezondheid en geluk voor iedereen voor het oprapen liggen, dankzij de wetenschap en de techniek. > pas in de 20ste eeuw toen de voorstellingen wat meer werkelijkheid waren geworden ontstond de wetenschapsfilosofie:
Wetenschapsfilosofie
Belangrijkste taak: het verhelderen van wat wetenschap is of zou moeten zijn.
Het gaat zowel descriptief (wat het is) als normatief (hoe het te werk gaat) te werk.
Vb. Ging Freud wel wetenschappelijk te werk?
Is wetenschappelijke kennis zekerder of meer waar dan common-sense (alledaagse) kennis?
Kenmerken van een goede, wetenschappelijke methode:
- Toetsbaarheid
- Welke methode moet men gebruiken? Allemaal het zelfde te werk?
Eind 19de eeuw
Wilhelm Dilthey:
• fundamenteel onderscheid tussen A) natuurwetenschappen en B) mens/geesteswetenschappen. * A) doel: wetmatigheden verklaren * B) doel: redenen en bedoelingen begrijpen Samengevat: “de natuur verklaren we, de geest begrijpen we.”
• verschil tussen interpreteren/observeren van menselijk en natuurwetenschappelijke fenomenen. De natuurwetenschappelijke methode