Op het schilderij ‘Het Melkmeisje’ van Johannes Vermeer (1632 – 1675) zie je een vrouw (een dienstmeid, zo te zien aan de kleding die ze draagt) melk schenken uit een kan. Ze staat bij een kleine tafel die tegen de muur staat aangeschoven, vlakbij het raam. Op de tafel liggen een tafelkleed, een blauwe doek, een pot, een mand met soort van bord waar ze de melk inschenkt, een homp brood en en paar stukken brood ernaast. De kamer is redelijk kaal. Achter haar hangen nog een mand en een lantaarn. Schuin rechts ligt een voetenstoof op de grond.
Het is een romantisch tafereel geworden door deze overvloed aan details en de precieze uitwerking. De rieten manden, kleden en broden (aankleding van de omgeving) maken dit een aangename voorstelling.
Het laat een, voor die tijd, allerdaags tafereel zien. Dat is een van de kenmerken van de Barok. De ‘gewone’ mens werd meer afgebeeld dan voorheen, daarvoor waren het alleen rijk middenstanders of mensen van Adel.
Wat erg opvalt is het lichtgebruik, het is erg dramatisch. (Groot licht-donker verschil.) Het komt uit de rechterbovenhoek en creëert een clair-obscur op het gezicht van de vrouw. Dit versterkt haar uitdrukking, iets wat vaak voor kwam in de Barok. Emoties en expressie waren namelijk belangrijk.. Het licht kan een verwijzing zijn naar het goddelijke, dat neer is gedaald op de melkschenkende vrouw.
Naast de lichtval is de aandacht heel erg gefocussed op de kleine details zoals bijvoorbeeld in het brood. (Je kan elke groef en elk zaadje zo zien zitten.) Oftwel de textuur van het brood, maar ook die van de mand die op tafel staat en de muur zijn heel erg realistisch geschilderd. Dit hyperrealisme is een kenmerk van Barok.
Er is gebruik gemaakt van tweezijdige symmetrie in het werk; in het schaduwgebied en het lichtere deel van het werk is duidelijk een diagonaal te zien die begint in de linkerbovenhoek en rechtsonder eindigt. Hierdoor komt de nadruk te liggen op het schenken van de melk.